maandag 18 juni 2007

Cultuur van een adoptiebemiddelaar Meiling


Onder deze artikelen is de uitleg naar de uitzendingen van Netwerk.tv te vinden! -
_________________________________________

Kundigheid adoptiebureau rond India-drama en adoptie-kanaal -

Er is een onderzoek gaande naar de verwikkelingen rond het adoptiekanaal uit India van adoptiebemiddelaar Stichting Meiling, vanuit het Indiase kindertehuis Malaysian Social Services (MSS).

Gaat 'matchen' wel goed? -
De adoptieouders S. adopteerden een sibling in de beginjaren van het India-kanaal van Meiling; het was een escort-kanaal: de kinderen werden gebracht door Meiling naar Schiphol. De kinderen zouden volgens Meiling ‘goed’ zijn “omdat ze een moeder hebben gekend”, zodat ze konden hechten…
Omdat deze adoptiekinderen, zo werd S. op Schiphol pàs verteld, een mishandelende en verwaarlozende stíefmoeder hebben gekend, is er nogal wat –met ondeskundigheid gepaard gaande– gebeurd. De ‘matching’ was onjuist, zoals wetenschappelijk werd vastgesteld.
Meiling heeft bij S. duidelijk niet volgens haar ISO-certificering gehandeld, waarbij S. het ook over de tijd ná de adoptieprocedure zal hebben waarin de vergunninghouder een wettelijke taak tot nazorg heeft.

S. kreeg het idee dat Meiling in de experimentele fase van het India-kanaal, 1994–1998, de betrouwbaarheid liet aankomen op/door wat voor adoptiekinderen er naar Nederland kwamen.
Vooraf dacht S. dat de betrouwbaarheid ter plekke was onderzocht door Meiling zelf en het ‘experimentele’ van dit nieuwe kanaal was hoe de procedures werkten [Meiling-Mailing sept.’95, p.9].
Vooraf had S. ook gevraagd naar de achtergrond van de kinderen (S. noemde speciale reden), daar S., zoals in hun raadsrapport ter verkrijging van een beginseltoestemming had gestaan, geen medische toestanden dachten aan te kunnen met het oog op een eigen dochter.

S. krijgt ook nu het idee dat de huidige aspirant-ouders bij Meiling liefst met een roze wolk afwachten tot hun kind komt. Meiling hield en houdt deze meer irreële attitude in stand.
Destijds wilde Meiling bijvoorbeeld niet een reactie op een te rooskleurig artikel van dhr. Poulus in Meiling-Mailing publiceren. De reactie is geplaatst in BZA-Nieuwsbrief van Maart 1997: ‘Poulus was voorstander van adopteren van oudere kinderen, zonder nuancering: volgens die reactie werden de risico’s gebagatelliseerd; wachtende ouders zijn kwetsbaar door lange wachttijden en ongeduld en kunnen makkelijk over de streep worden getrokken een ouder kind te accepteren, en Meiling dient een zorgvuldiger, reëel beeld te scheppen.’

Adoptiezorg in Nederland: -
Toen familie S. zelf onderkende dat er veel mis was bij de kinderen, heeft de familie tijdig hulp gevraagd. De nazorg van Meiling was bagatelliserend, ondeskundig.
S. werd doorgestuurd naar Nerva, die S. doorstuurde naar WAN, welke de familie op het spoor zette van de TGV (Therapeutische GezinsVerpleging). Gespecialiseerd onderzoek werd geïndiceerd. Toen kwam wegens tè lànge wachtlijsten in de jeugdzorg de Raad voor de Kinderbescherming om de hoek kijken. Dubieus voor de hechting epateerde de Raad de familie door de adoptiekinderen opeens uit huis te plaatsen, zonder voorbereiding of begeleiding van de kinderen, terwijl deze kinderen, pas in Nederland, dat wel nodig hadden.
En wat stond er in Raad’s verzoek aan de rechter?: ‘Dhr. Rijnbeek van bureau Meiling gaf aan dat de situatie heel ernstig was en dat er dringend ingegrepen moest worden; ambivalentie van de ouders herkende hij.’ Dit achtte S. erg negatief werkend en suggestief, de ouders in discredit brengend, zodat de Raadsmedewerker de adoptieouders bij hun hulpvraag niet serieus nam en hen bij de verdere jeugdzorg als criminelen neerzette, naar derden vals beschuldigde. En bij kinderen waar de mate van kunnen hechten gemeten moest worden, stop je die zomaar weg van de adoptieouders??

En in een later stuk schreef Meiling (13/11) dat 'de kinderen snel naar een goed gezin moesten en dat ze zich goed konden hechten'; Meiling wist dat 't onderzoek nog niet was gedaan! Na door de Raad gesaboteerd en uitgesteld onderzoek, werd vastgesteld dat deze kinderen zo’n hechtingsstoornis en PTSS hadden dat men deze kinderen niet-gezinsplaatsbaar achtte. Meiling had de Raad deskundiger en minder beschuldigend moeten voorlichten; een hechtingsstoornis is níet door een Raad’s maatschappelijk werker te herkennen, een diagnose waaruit de noodzaak van specialer onderzoek zou voortvloeien. De Raad had met een meer doelgerichte informatie van het deskundig te achten adoptiebemiddelingsbureau de ouders goed kunnen begeleiden (niet beschuldigen) en meteen toegesneden onderzoek kunnen starten vanwege de nog onzekere hechtingmogelijkheden.
Het woord van Meiling: ‘snel naar een goed gezin’ kwam telkens terug in de hoger beroepszaken van de Raad. Gelukkig hebben de traag-werkende kinderrechters herkend dat de Raad partij koos of was, en het meermaals geïndiceerd onderzoek echt moest geschieden. De Raad is ook uiteindelijk veroordeeld.

Aspirant-adoptieouders die na S. een sibling uit India adopteerden, hadden Meiling gevraagd hoe het met deze adoptie was vergaan, kijkend hoe het India-kanaal beviel. Ze kregen geen antwoord van Meiling.

Heeft klagen zin? -
S. heeft naast de Raad en Bureau Jeugdzorg ook bij Meiling geklaagd. Die klachten zijn zeer vreemd ‘behandeld’. Om kort te gaan: het werd een meervoudig doofpotwerk. Meiling lijkt meermaals een negatief gebeuren niet boven tafel te willen behandelen, weg te liegen.
(Tussen haakjes wat uitgebreider:
de eerste klachten werden door de interne klachtencommissie van Meiling niet behandeld; de familie S. werd niet gehoord wat wel tot een klacht-procedure hoort (Awb); er kwam na aanhouden van S. uiteindelijk een gesprek met één der commissieleden dat geen gevolg bleek te hebben ondanks toezeggingen; er werd (in tegenstelling zoals het hoort) van tevoren geen klachtenregeling verstrekt; er kwam geen uitspraak met al of niet ‘ontvankelijk’ of ‘gegrond’.
De klacht aan de externe klachten(advies)commissie werd maar deels behandeld omdat door het niet behandelen door de interne klachtencommissie de 1 jaars-termijn deels verstreken was. Zo’n kort indien-termijn bij adoptie-situaties is vreemd, maar daar weet de politiek niets van.
Als een adoptie-bemiddelingsbureau níet meewerkt om de Raad op zijn verkeerde pad te stuiten, waar het zou moeten opkomen voor het belang van het [adoptie]kind, en meer lijkt de adoptieouders te beschuldigen, dan acht men dat klacht-waardig. Een plastic excuusje na een gegrond-bevinden – zonder gevolgen voor een betere behandeling van de kinderen onder de Raad of Jeugdzorg – is te weinig bevredigend, en het realiteitsgehalte van een klacht-gevolg is dan ook miniem!)

S. heeft meer dan een jaar bij Meiling om inzage in de dossiers gevraagd, wat S. uiteindelijk heeft gekregen.
In deze inzage-bundel zaten voor hem nieuwe, klachtwaardige stukken. Ook daarover heeft hij binnen 3 weken geklaagd. Meiling verklaarde dat deze klacht niet-ontvankelijk was omdat S. o.a. al eens had geklaagd over andere gedragingen. Dit is volgens klacht-wetgeving een smoes van Meiling:
Veel tegenwerpingen van Meiling om ‘niet-ontvankelijk’ te verklaren en niet door te sturen naar de externe klachtencommissie waren, de wetgeving bestuderend, illegaal. Zo motiveerde S. ook verdere klachten mèt noemen en citeren van wetgeving in de hoop dat Meiling daarover ten minste met concrete tegen-beargumenteren zou komen (Awb hs 9). Meiling gaf géén tegen-argumenten op die motivatie die op wetgeving was gebaseerd en was genoemd en geciteerd.
S. heeft zelfs de rechter voorgelegd om zijn klachten alsnog te laten behandelen via Meiling door de klachtencommissie, maar de rechter zei geen uitspraak te kunnen doen, ondanks dat S. het verzoek met een precedent vonnis had voorgekauwd. De wetgeving zou te zwak (te weinig gesanctioneerd) zijn.
S. heeft het Ministerie van Justitie regelmatig geschreven, en het Openbaar Ministerie. Geen of een afschuivend antwoord werd verkregen. In de lange tijd dat het toezicht werd overgeheveld van Justitie naar de Inspectie Jeugdhulpverlening is er een tijd een toezichtsvacuüm geweest waar wel verwezen werd door Justitie naar de inspectie, doch die kon nog niets doen omdat de personele bezetting nog bij Justitie zat.
S. schreef ook de inspectie regelmatig, maar die gaat niet in op individuele signalen en zegt een te beperkt budget van Justitie te hebben gekregen.
Van het secretariaat van de externe klachtencommissie kreeg S. een brief terug dat hij via Meiling zijn klachten moest indienen, wat S. al lang gedaan had.
Het komt hem voor dat Meiling qua klachten mogelijk aan uitstel-tactiek doet i.v.m. de beperkte indien-termijn van 1 jaar.
S. klaagde ook over het niet-beantwoorden, niet-doorsturen of niet-ontvangst-bevestigen van zijn voorgaande klachten. Deze werden ook niet behandeld.
Slechts één klachtonderdeel, máár in de bewoording van Meiling, zonder S.'s bijlagen, werd behandeld en gegrond verklaard: de argumenten van Meiling om zijn klachten niet-ontvankelijk te verklaren waren onjuist en dus moesten eigenlijk alle klachten met motivering en bijlagen als bewijs wel doorgestuurd worden ter behandeling, doch een vergunninghouder mag zo’n uitspraak naast zich neer leggen. S. mocht niet eens gehoord worden, waar hij uitdrukkelijk wel om had gevraagd.
Over rechtszekerheid gesproken.
Geen kwaliteitscontrole -mechanisme werkte.
En daar doen we het in Nederland nog mee, tegen de geratificeerde, internationale verdragen in.

Was het nieuws niet juist? -
Het actualiteitenprogramma Netwerk bracht het nieuws dat er kinderen geroofd of onder valse voorwendselen afgestaan zijn geweest en verkocht aan het Indiase kindertehuis MSS, vanwaar Meiling kinderen naar Nederland adopteerde.
Meiling stelde op de informatieavond rond de India-kwestie in juni jl. dat er in andere landen niet zo’n ervaring was zoals Netwerk.tv op 22 en 23 mei 2007 naar boven haalde. In het nieuws kwamen echter gelijke berichten zowel uit Australië als Denemarken, alsook Finland.
S. vermoedt dat Meiling niet ter plaatse zelf (voldoende) heeft gedubbelcheckt; hoofdzakelijk slechts op andere organisaties afgaat. India is een land met toch wel een andere cultuur dan de onze, en heeft speciale aandacht nodig rond het controleren van betrouwbaarheid naar Nederlandse maatstaven.
En hij vermoedt, na het lezen van forums, dat er voor aspirant-adoptieouders een onevenwichtig rooskleurige wolk hangt over adoptie. Om die ouders voor een reëler beeld te plaatsen zou een taak van de adoptiebemiddelaars moeten zijn. De neiging lijkt te bestaan dat nare aspecten verborgen worden gehouden.

S. vertelde dat er meer punten zijn, die ethisch niet kloppen in het standpunt van Meiling.
Breed onderzoek is nodig om van te leren. S. hoopt dat de minister ook deze aspecten van adoptiebemiddelaar Stichting Meiling mee wil wegen.
Aangezien de Inspectie Jeugdzorg eerdere signalen van S. niet aangreep, acht hij deze ‘onderzoeker’ partijdig. Zal het ministeriëel onderzoek wel onpartijdig genoeg zijn?
Zal er eindelijk een Adoptie-kennis-centrum komen om de problematiek rond hechtingsstoornissen en speciale problematieken goed te kunnen diagnosticeren en de juiste behandeling te geven, zonder de ouders te beschuldigen en te negeren? Dat zou uiteindelijk een besparing aan werkverzuim-, psychologen-kosten en andere schades kunnen opleveren, en minder leed!

Adoptie stopzetten? -
Er zullen altijd mensen zijn die willen verdienen aan alles waar ze een mogelijkheid daartoe zien. Dat mag ons niet weerhouden om – na goed onderzoek en toezicht – te adopteren. Er zullen altijd buitenlandse adopties nodig zijn omdat er kinderen in het zendende land worden gediscrimineerd en er geen leven hebben. Om het op alleen projecthulp te gooien, is ook niet reëel, daar ook daaraan frauduleus verdiend kan worden. Controleren met hoge Nederlandse deskundigheid is belangrijk.
S. voorziet niet dat de vergunning van Meiling wordt ingetrokken, maar dat knelpunten, die eerlijk boven tafel komen, ondanks een bepaalde interne cultuur, tot lering zullen strekken.
Onderaan staat rechts een link naar oudere berichten!

Geen opmerkingen: